Het herkennen van twee soorten intenties

Hoofdstuk 31 uit

Meditator’s Field Guide
van Doug Kraft

Wat is de gemoedstoestand van de hart-geest op dit moment?

De Boeddha nam afstand van het gedachtengoed van de Jains, Brahmanen en andere tijdgenoten. Hij benadrukte de acties minder, en gaf meer nadruk aan de neigingen in de geest die de actie aandrijven. Wanneer we dit bekijken vanuit het toekomstig lijden, dan is wát we doen minder belangrijk dan de íntenties achter wat we doen.

compassie mildheid

Toekomst

Om te begrijpen waar de Boeddha het over had, helpt het om onderscheid te maken tussen twee verschillende soorten van intentie: intenties gericht op de toekomst, en intenties die spontaan in dit moment opkomen.

Intenties zoals we die normaal kennen, richten zich op de toekomst:

“Ik ben van plan om naar het postkantoor te gaan, en onderweg te stoppen bij de supermarkt om kattenvoer te kopen.”

Dit zijn voornemens of strategieën die we in de toekomst willen uitvoeren. Ze hebben een doel. En ze impliceren een handelend persoon – een zelf – om het plan later te onthouden en uit te voeren.

“De volgende keer dat ik die kerel zie, laat ik hem weten wat ik denk.”

Soms hebben deze intenties wilskracht of vastberadenheid nodig.

“Elke ochtend ga ik een uur lang mediteren.”

“Tijdens de volgende vergadering zal ik mijn gedachten niet laten afdwalen.”

De intenties hoeven niet uitvoerbaar te zijn, of wijs. (Veel succes met het beheersen van de geest!)

Het heden

De Boeddha was een ‘wees hier en nu’-type, met minder interesse in toekomstige plannen en meer interesse in wat zich spontaan in het heden voordoet.

In Pali, de taal van de leerreden (sutta’s), is sankappa een van de woorden voor intentie. Sanna is het woord voor waarneming (perceptie). In het Boeddhisme verwijst perceptie naar het geestelijk labelen van verschijnselen. We zien bijvoorbeeld een groene vlek. De geest doorzoekt vervolgens zijn catalogus met groene voorwerpen en komt met het label ‘blad’. Dat is waarneming.

De Boeddha zei dat sanna en sankappa gekoppeld zijn. Dit betekent dat perceptie en intentie samen opkomen. Toen ik dit voor het eerste hoorde, vond ik het niet logisch. Als ik een blad zie, dan hoef ik niet altijd te plannen wat ik ermee wil doen. Maar misschien waren de intenties waarover de Boeddha sprak wel geen plannen of strategieën.

Dus ik heb het onderzocht. Jij kunt dit ook doen: doe je ogen dicht, stel je open en laat iemand langzaam de onderstaande lijst met woorden voorlezen. Het zijn labels voor dingen die je zou kunnen waarnemen. Zie hoe elk de hart-geest beïnvloedt. Of je kunt de lijst langzaam scannen, pauzeer dan steeds om het effect van elk label te voelen:

Zonsondergang

Sneeuwstorm

Velociraptor

Katje

Zwerm ganzen hoog in de lucht

Koeienmest

Schoonmoeder

Donald Trump

11 september

Kun je voelen dat beelden, stemmingen, emoties en herinneringen verschuiven zodra de geest zich opnieuw instelt rondom het label? Ze neigen naar de ene of de andere kant als antwoord op elk woord.

De Boeddha noemde deze duw- en trekkrachten ‘intenties’.

Enorme ruimte

De geest is een enorme ruimte met gedachten, beelden, woorden, gevoelens, emoties, ideeën, herinneringen, overtuigingen, plannen, strategieën, dromen, wensen en keuzes. Hij kan woede, vriendelijkheid, angst, waanideeën, mededogen, vrede, opwinding, wijsheid en meer bevatten. Door dit alles stromen intenties. Het zijn subtiele krachten die factoren in de geest ordenen, en ze de ene richting op laten wijzen, of een andere richting, of, ook een mogelijkheid, ze tegen elkaar laat botsen, waarmee verwarring wordt gecreëerd.

Sankappa is ook vertaald als richtinggever van de geest. Intenties hoeven geen doel te hebben. Maar ze hebben wel een richting of oriëntatie. Ze zijn moeilijk te zien tot ze geactiveerd zijn. Het zijn neigingen die energie krijgen.

Heb je gemerkt dat er niemand is die intenties creëert?

Paars

God

Zonde

Punkrock

Lavendel

Chocola

Mierenhoop

Lynchen

Oceaan

Bergen

Intenties kunnen net zo subtiel zijn als de drang om te ademen. Ze gaan vooraf aan alles wat we doen, zeggen of denken. Ze doordringen ons systeem, als een sap dat ons in stand houdt. Ze zijn overal. Wanneer we een beker oppakken, een licht aandoen of onze neus krabben, wordt de actie voorafgegaan door een intentie. Hoewel het effect duidelijk kan zijn, kan de intentie zelf zachter zijn dan gefluister.

Hier is nog een voorbeeld dat toekomstige intenties onderscheidt van de huidige intenties:

We kunnen van plan zijn om de deur open te doen. Dit is een conventionele intentie over de toekomst. Het is gemakkelijk om deze intentie te herkennen.

Een andere mogelijkheid is dat we plannen om naar buiten te gaan. Als we de deur naderen, zullen we die waarschijnlijk met dezelfde bewegingen openen als in de situatie waarin we van plán zijn om de deur open te doen. De intentie om de deurknop te draaien kan nu onder de drempel van bewustzijn liggen – de geest was immers gefixeerd op de achtertuin, niet op de deur. Niettemin zorgt iets in de geest ervoor,  dat de hand de knop vastpakt en omdraait. Die kracht is een huidige intentie.

Houding

Het eerste aspect van het Achtvoudige pad, samma ditthi, wordt gewoonlijk vertaald als ‘juist inzicht’.  Het tweede aspect, samma sankappa, wordt gewoonlijk vertaald als ‘juiste intentie’ of ‘juiste bedoeling’.  Sayadaw U Tejaniya vertaalt het als ‘wijze houding’. Hij zegt dat we een wijze houding niet kunnen oproepen. Maar als we de werkelijkheid correct waarnemen, is het wel zo dat deze juiste perceptie aanleiding is tot een wijze houding. Met andere woorden, juist inzicht, triggert heilzame houdingen, neigingen of intenties. Niemand creëert de intenties – ze komen spontaan op naar aanleiding van wat ze zien.

We hebben enige zeggenschap over de actie we ondernemen na intenties. En hoe we antwoorden beïnvloedt de waarschijnlijkheid dat deze intenties in de toekomst zullen ontstaan. In dit moment gebeuren intenties echter gewoon. We kunnen ze alleen maar omhelzen of ervan afzien om erop te reageren.

Neurowetenschap

Neurowetenschap ondersteunt de opvatting van de Boeddha over intenties. Een voorbeeld. Voordat ik mijn hand opsteek, gaat er een zenuwsignaal uit een hersendeel naar de motorische cortex. De motorische cortex geeft het signaal door aan de armspieren. Terwijl dat signaal wordt doorgegeven, word ik me bewust van de intentie: “Ik denk dat ik mijn hand opsteek”. Zeer gevoelige wetenschappelijke instrumenten laten consistent zien, dat ik me bewust wordt van die intentie om mijn hand op te steken nadat het eerste signaal is verzonden maar voordat het de motorische cortex bereikt. Met andere woorden, de volgorde is: er ontstaat een intentie, een fractie van een seconde later word ik me ervan bewust, en weer een fractie van een seconde later gaat de hand omhoog. Dus de intentie zit al in de pijplijn, voordat ik me er bewust van ben.

Wel kan ik de intentie voelen, voordat de actie daadwerkelijk plaatsvindt. Ik kan de intentie niet voorkómen, maar ik kan wel de áctie voorkomen. Een van mijn leraren, Tony Bernard, zegt:

“We hebben geen vrije wil. Maar we hebben wel vrij niet willen.”

Dit is waarom leefregels worden geformuleerd als inperkingen. (Zie Bijlage D: Voorschriften.) We kunnen ons voornemen een voorschrift te volgen om af te zien van spreken of handelen met een slechte wil. Maar we volgen geen voorschrift om geen slechte wil te voelen. Het is niet mogelijk om te voorkomen dat er een slechte wil ontstaat, maar het is mogelijk om er niet naar te handelen.

Er is geen boeddhistisch voorschrift om de waarheid te vertellen. Maar er is een voorschrift om af te zien van liegen. Een man zegt: “Doug, we willen je graag op zaterdag avondeten. Ben je vrij?” Ik breng liever geen avond met hem door. Mijn geest begint alibi’s te maken. Ik neem het voorschrift serieus om af te zien van liegen. Dat maakt dat ik gevoeliger ben om op te merken dat er een neiging is om te liegen. Dus ik vang het eerder op, Six-R de spanning die de alibi’s veroorzaakte, en houd mijn mond dicht, terwijl ik nadenk over mijn opties.

Als ik me bedreigd voel, kunnen mijn armen en vuisten strakker worden. Dat aanspannen is de biologische vecht-of-vluchtreflex. Maar als ik me heb voorgenomen geen kwaad te doen, zal ik de intentie om terug te slaan waarschijnlijk opmerken, voordat ik handel. Ik kan Six-R en een stap terug doen.

Kracht

Zowel toekomstige als huidige intenties kunnen sterk of zwak zijn. De kracht van een intentie toont zich in de waarschijnlijkheid, dat deze de overhand zal hebben wanneer ze wordt opgezet tegen een tegenstrijdige intentie. Het is zeldzaam dat we alles doen met een enkel motief. Wanneer we meerdere intenties hebben die in conflict zijn, wint de sterkste.

Ik loop de keuken in en denk: “Ik ga een appel pakken,” en ik loop de keuken uit terwijl ik een koekje eet. Pas als ik de laatste hap heb genomen, herinner ik me: “Oh, ik zou iets gezonds pakken.”

De intentie om een appel te pakken was overduidelijk. Maar het zien van de koektrommel triggerde mijn zoete trek. Een krachtige maar subtiele intentie kan als een guerrillastrijder zijn die een gebouw opblaast en het verlaat, voordat we zijn gezicht zien.

Ik word ‘s ochtends wakker en denk: “Ah goed. Het is tijd om te mediteren.” In plaats daarvan lig ik een tijdje uit het raam te staren.

Op een nacht kroop ik in bed en dacht: ‘Ik speel een spelletje patience op mijn iPad voordat ik ga slapen.’ Mijn openlijke intentie was : één spelletje. Ik speelde er zes. Dit overkwam me zo vaak dat ik gefascineerd raakte door dit fenomeen. Mijn interesse ging daarbij meer uit naar het begrijpen van het gedrag, dan naar het beheersen ervan. Ik ging het observeren zoals een antropoloog vreemd diergedrag bestudeert.

Eerst kon ik de intentie om nog een spel te spelen niet zien. Ik had meer wilskracht kunnen inzetten, maar dat zou de intentie hebben onderdrukt zonder hem echt te zien. Ik wilde hem direct observeren.

Dus ontspande ik, en probeerde uit de weg te gaan.

Ik begon op te merken dat op het moment dat ik een spelletje eindigde, een kleine fluisterstem opkwam: “Nog een.” Hij was nauwelijks hoorbaar maar beslist. Als ik midden in het volgende spelletje dacht “Ik zou nu kunnen stoppen” dan kwam een drang op: “We maken eerst dit ene spelletje af.”

Deze intenties hadden niets te maken met de toekomst of met een doel voor de toekomst. Ze waren volledig in het moment: “begin een ander”, “blijf doorgaan.”

Er moest ergens een intentie zijn om door te spelen, anders zou ik gestopt zijn. Toen ik eenmaal de drang zag opkomen, wist ik waar ik op moest letten.

En inderdaad, ik begon een zachte ruk te voelen, als van een stalen hand in een fluwelen handschoen. Er waren flikkerende beelden op de achtergrond. Een daarvan was dat ik een computer patiencetoernooi won. Een ander was van mij als een aspirant-heilige man die patiencetoernooien pijnlijk dwaas vond en ze allemaal wilde afschaffen.

Terwijl de olympische patiencespeler en de heilige man met elkaar worstelden, week het gewaarzijn terug in een waas. Maar ik kon genoeg zien om de afbeeldingen en intenties te Six-r’en. Six-R’ing gaat niet over het wegwerken van iets. Six-R’ing gaat niet over afkeer. Ik heb slechts de beelden op hun eigen voorwaarden herkend. Ik liet ze los en liet ze zijn zoals ze waren, zonder in de verhaallijnen op te gaan. Toen was het mogelijk om de spanning in de intenties te ontspannen, een beetje te glimlachen en terug te keren naar het uitzenden van welzijn.

Hierdoor konden de kaartspeler en de heilige man zich terugtrekken, en kon wijsheid naar voren komen, en het overnemen. Naarmate het gewaarzijn sterker werd, kon ik eindelijk de subtiele intentie in het heden zien.

Identificatie

De eerste kwaliteit van een intentie is of deze op de toekomst is georiënteerd, of in het heden zit. De tweede kwaliteit is de kracht. Een derde kwaliteit is identificatie. We neigen ertoe ons te identificeren met luide, toekomstgerichte intenties. We denken: “Dit is ik, die dat wil.” Als een huidige intentie sterker is, kunnen we het als een hindernis of afleiding zien.

Ik dacht dat ik degene was die de appel wilde en dat de hindernis het koekje wilde. Aanvankelijk identificeerde ik me met de intentie om één spelletje te spelen en zag ik de andere intentie als een probleem dat moest worden opgelost. Maar het waren allebei gewoon intenties – neigingen in de geest.

We gaan zitten om vreedzaam te mediteren, maar de geest heeft meer interesse in een recente onenigheid met een collega. Hij bedenkt prachtige tegenargumenten. We identificeren ons met de openlijke intentie om te mediteren en zien de ruziezoekende gedachten als illegale immigranten.

Maar ze komen allemaal op in dezelfde geestesruimte. Het zijn allemaal hersenspinsels. De scheiding in mij en niet-mij, zelf en hindernis, is kunstmatig. Het is een illusie.

Stemming, klank en textuur

Biologie en levenservaring brengen neigingen in ons aan. Ze kunnen slapen totdat wat energie ze oplicht en ze herkenbaar maakt als huidige intenties. Die bestaan alleen in het huidige moment.

Wij ervaren ze als houdingen in de geest. We hebben allemaal een lichtend, helder gewaarzijn. Dit puur gewaarzijn kijkt door de houdingen in de geest heen om beelden, geluiden, gedachten en andere object te zien. De houdingen kunnen wat we zien verdraaien en verkleuren. Als we depressief zijn, dan neigt dat de geest in een richting. Als we ons verheugen, dan neigt dit de geest in een andere richting.

Zoals we hebben gezien, zijn deze houdingen wat de Boeddha intenties noemde. Ze organiseren de factoren in de geest de ene of de andere kant op.

Je zult deze huidige intenties niet in gedachten vinden. Conventionele toekomst-geörienteerde intenties, plannen en strategieën, kunnen in gedachten worden gevonden. Maar huidige intenties zijn pre-verbaal en pre-conceptueel. Ze zijn zelfs pre-gewaarzijn. Deze intenties komen op en zenden prikkels over de zenuwen voordat we weten dat ze er zijn.

Maar, je kan ze opmerken in de stemmingen, klanken, texturen, gevoelens en houdingen in de geest.

Als die houding strakheid, veroordeling, ontmoediging, of andere niet-heilzame kwaliteiten bevat, dan is hier het goede nieuws: we kunnen het huidige moment niet veranderen. Het kwam namelijk op voordat we het wisten. Proberen om het heden te veranderen is hetzelfde als proberen het verleden te veranderen. Dus we zijn uit de puree. We creëerden de houding niet. Hij kwam gewoon op vanuit oorzaken en voorwaarden. Hij kwam mechanisch op vanuit de interne en externe omgeving. Wees dus vriendelijk voor jezelf.

Hier is meer goed nieuws: we kunnen beīnvloeden hoe we antwoorden. En hoe we antwoorden beīnvloedt toekomstige momenten. Als de geest vernauwd is en verstoord, en we reageren vanuit spanning en zelfkritiek, dan creëren deze reacties de omgeving voor toekomstige onheilzame gesteldheden. Als we echter antwoorden met kwaliteiten als helderheid (“Oh, kijk eens naar deze mooie puinhoop. Extravagant.”), acceptatie (“Het is wat het is”), gemak (verzacht elke spanning), vrolijkheid (goed humeur en glimlachen), welwillendheid (vriendelijkheid of vredigheid uitstralen) en geduld, dan wordt het waarschijnlijker dat deze opbeurende kwaliteiten in de toekomst opkomen.

De Six R’s zijn een zeer gezonde manier om te antwoorden op wat er ook opkomt. Ze zullen het huidige moment niet ook maar een beetje veranderen. Het is al gearriveerd. Sterker nog, tegen de tijd dat we weten wat er is, is het al een fractie van een seconde in het verleden.

Maar de Six R’s zijn wel een antwoord waardoor de geest in de toekomst in een gezonde richting zal neigen. Ze zijn een wijze manier om te zijn met wat is.

Tjilp

Simpele perceptie kan een krachtig effect hebben op de huidige en zelfs op de toekomstgerichte intenties:

Joseph Goldstein vertelt over een stel dat naar een nieuw huis verhuist. De eerste ochtend in dit huis werden ze wakker met de vogelgetjilp uit de kelder. Ze hoorden het de hele dag door. Daar moest een nest met jongen zitten.

Ze waren verrukt. Het voelde als een zegen dat deze wezens uit het bos bij hen woonden.  Ze besloten om uit de kelder weg te blijven, zodat ze ze niet zouden afschrikken voordat de baby’s groot waren.

Een paar dagen later moesten ze echter naar de kelder om iets te regelen. De man liep op zijn tenen zo zachtjes als hij kon. Hij keek stilletjes rond naar de vogels of hun nest.

Hij zag niets.

Toen hoorde hij een luid getjilp. Hij draaide zich om. Hij keek helemaal niet naar een vogel. Hij keek naar een rookmelder. Die tjilpte weer.

Alles veranderde. Het gekras van de defecte rookmelder was zo irritant dat ze een elektricien belden om zo snel mogelijk te komen en dat verdomde ding te repareren.

 

Copyright 2017 door Doug Kraft Dit document is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel 4.0 Internationale licentie. U mag het geheel of een deel ervan gebruiken voor niet-commerciële doeleinden, zolang u de auteur maar erkent. Specifieke licentiedetails zijn hier te vinden. Hoe dit document te citeren (een voorgestelde stijl): ” intentions” door Doug Kraft, www.dougkraft.com/?p=TwoSpeciesIntenties.

Vertaling 2018 door Anja Edwards van Muijen, zelfde voorwaarden als hierboven.
Vertaling te citeren als “Het herkennen van twee soorten intenties” door Doug Kraft  https://www.klusecompane.nl/het-herkennen-van-twee-soorten-intenties/

Boekgegevens

Voor wie?

Gevorderde mediteerders

Meer hoofdstukken uit dit boek

Nederlandse vertalingen volgen.
Enige hoofdstukken in het Engels: www.dougkraft.com

Boek is vervolg op

Buddha’s Map. Doug Kraft.

Gerelateerd boek

Path to Nibbana. David Johnson

Boekreferentie

Op amazon.nl is de
Meditator’s field guide als e-book te verkrijgen.
Op amazon.de en amazon.dom als gedrukt boek.

 

Vertaling

Anja Edwards van Muijen, ©2018