Schoenen kiezen – de hiel

 

Hiellanding en wandelschoen

Bij wandelen begint elke voetstap met een landing op de hiel. De voet wordt tegengehouden door het hielstuk van de schoen. Dit hielstuk varieert enorm in hoogte. In de winkel tref je schoenen die van achter zo hoog zijn als een normale hardloopschoen, wat hoger zoals een hoge basketbalschoen tot zo hoog als een laars. Het laarsmodel van de wandelschoen is uitsluitend bedoeld voor bergbeklimmers.

De laagste schoen is voor een heleboel omstandigheden in Nederland geschikt. Je loopt er prima een boswandeling mee, maar ook een wandeltocht op asfaltwegen. Bij vierdaagselopers is het dan ook een gewilde schoen.

Als je op onverharde wegen loopt, heeft een ‘basketbalschoen’-model meerdere voordelen. Deze schoen biedt meer bescherming tegen steenslag en op paden met kuilen en hobbels biedt hij extra steun omdat de enkel gefixeerd is. Ga je een trektocht maken met een zware rugzak, dan heb je ook baat bij de steun van hogere schoenen. Loop je dwars door bedauwde weilanden, dan houden hoge schoenen je enkels droog.

Wanneer je lekker wilt wandelen is een goede schoen is goud waard. Sommige schoenen draag je jarenlang met groot plezier. Je zou ze niet graag vervangen. Maar op een bepaald moment is het zover: ze zijn zo lek als een mandje of er zitten scheuren in. Waar let je op bij het kopen van een paar nieuwe wandelschoenen? In een paar afleveringen zal ik samen met Gerard Welling, werkzaam bij LOWA Nederland, bekijken welke eisen je aan wandelschoenen kunt stellen.

Hiel passend maken

Hoe pas je of het hielstuk van een schoen bij jouw voet past? Draag de (dikke) sokken die je tijdens het wandelen aan hebt. In wandelschoenen is het verstandig om achterin een beetje ruimte te houden. Tijdens een lange wandeling kunnen je voeten namelijk behoorlijk opzetten. Hoe kun je testen of er genoeg ruimte is? Ga in de schoen staan, laat de veters loshangen en schuif zo ver mogelijk naar voren. Er moet dan een vingerdikte tussen je hiel en de schoen zitten. De zijkanten van de hiel moeten wel precies aan de schoen aansluiten.

Passend in de schoen

De voet wordt in de schoen op zijn plaats gehouden in de wreef. Als een schoen in de wreef te breed is, dan zit de voet los en zal bij elke stap naar voren schuiven. Je stoot je tenen, die worden blauw en je denkt dat je schoen te klein is. Is dat bij jou het geval, probeer dan eens om onder je hiel een kleine verhoging aan te brengen, mogelijk sluit de schoen dan wel goed om de wreef. Bij te veel ruimte rond de hiel komt de voet iets los van de schoen. Het gevolg hiervan zijn blaren op de hiel.

De pasvorm rond de wreef is dus belangrijk. Met de veters kun je het fijn regelen, en zorg je dat de schoen precies om jouw wreef past. En nu de schoen zittend en staand goed over de wreef zit, wordt het tijd om te gaan lopen. Het is aan te bevelen om een hellinkje af te lopen, want dan wordt de wreef echt op de proef gesteld. In de schoen knijpen is dan niet nodig.

 

Copyright © Anja Edwards van Muijen Deze tekst is in 1998 gepubliceerd in Wandelkrant te Voet en wordt uitsluitend aangeboden voor persoonlijk gebruik.